Vooruitblik met Rami Gershon

Vooruitblik met Rami Gershon

Het voorbije halfjaar verloor Rami Gershon geen seconde zijn glimlach. Dat is best bewonderenswaardig, als je weet wat de Israëli allemaal misliep door zijn vervelende knieblessure. Weg Supercup. Ook geen competitievoetbal. En zelfs de volledige Champions League-groepsfase moest hij aan zich voorbij laten gaan. “Het waren de langste maanden uit mijn carrière”, zucht Gershon nu. “Maar ik geloof dat alle gebeurt voor een reden. Mijn moment komt nog.” Vanmiddag, op bezoek bij Oostende, krijgt de sympathieke verdediger misschien zijn eerste speelminuten dit seizoen. We gunnen ze hem alvast.

We openen met de belangrijkste vraag. Hoe gaat het, Rami?

“(grijnst) Op het veld steeds beter. Ik speelde tot dusver vier wedstrijden – drie met de beloften en één oefenduel. Stap voor stap kom ik dichter bij mijn beste niveau. Weet je, ik kan niet beschrijven hoe ik me voelde toen ik voor het eerst opnieuw tussen de lijnen stond. (zucht) De voorbije zes maanden waren de langste uit mijn carrière. Maar ik ben een ‘believer’ – ik geloof dat alles gebeurt met een reden. Mijn moment komt nog.”

Welk moment was het moeilijkste? Het besef dat je er niet bij zou zijn in de Champions League?

“Vooral de onzekerheid bij de start van het seizoen was zwaar. Eerste geraakte ik niet fit voor de galawedstrijd, dan de Supercup en vervolgens kwam zelfs de eerste competitiewedstrijd te vroeg. Nochtans had niemand verwacht dat mijn blessure zo lang zou aanslepen. Pas na acht weken ontdekten we het echte probleem, waaruit bleek dat ik nog vier maanden aan de kant zou staan. Toch was dat een opluchting. Eindelijk wist ik wat me te wachten stond.”

Ondanks alles bleef je steeds optimistisch. We hebben je niet één keer met een lang gezicht op het oefencomplex rond zien lopen.

“(lacht) Ik zou niet weten waarom ik ongelukkig moest zijn. Blessures horen nu eenmaal bij het leven van een voetballer. In zo’n situatie kan je twee dingen doen. Ofwel zit je huilend in een hoekje te denken aan die blessure. Of je bent dankbaar voor wat je hebt, ondanks die tegenslag. Ik ben iemand die altijd voor het laatste zal kiezen.”

Maar je beseft ongetwijfeld wel dat het niet simpel wordt om je basisplek te heroveren. 

“Dat is een van de nadelen als verdediger: het is veel lastiger om jezelf in de ploeg te spelen. Maar eens je er opnieuw in staat, ga je er ook minder gemakkelijk uit. Ach, elk team telt maar elf gelukkige spelers. Twee derde van de groep is normaal minder tevreden. Ik ben dus geen ‘special case’. Bovendien is de lijn tussen spelen en niet-spelen dun in het voetbal. Alles kan in één week tijd plots veranderen. Tot dan train ik elke keer alsof het een bekerfinale is.”

Misschien word je daar tegen Oostende voor beloond. Hoop je vanmiddag jouw wederoptreden op het hoogste niveau te maken? 

"Ik verwacht geen speelminuten tegen Oostende, maar ik ben wel klaar als de ploeg me nodig heeft. Woensdag was ik in mijn hoofd ook al bezig te simuleren hoe ik zou moeten spelen op een bepaalde positie als iemand zou uitvallen. Ik zit steeds geconcentreerd op de bank. Ongeduldig ben ik echter niet. Ik kom van zó ver dat op de bank zitten en speelklaar zijn al een grote stap is."

(JVDV)
Foto: Yves Masscho