"Zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaalt"

"Zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaalt"

De activiteiten van de KAA Gent Foundation zijn divers en deze keer vormde ‘Kazerne Dossin’ – ex-deportatiepunt en tegenwoordig museum en onderzoekscentrum over Holocaust en mensenrechten – een indringend decor. “Let us learn from the past to profit by the present”, schreef William Wordsworth eeuwen geleden al. Tijd dus om te leren uit het verleden, nam de KAA Gent Foundation zijn woorden ter harte. De link met voetbal was niet ver weg. ‘Voetbal is oorlog’? Niet meer na vandaag.

REPORTAGE - RAEF GHANEM (Foto's: Belga)

 

Een zomerse zaterdag was het – een groot contrast met de grauwheid die een uurtje later zou volgen. De dag begon met boterkoeken, koffie en een dosis goesting en interesse bij geëngageerde Gentse supporters – heel het stadion was vertegenwoordigd, van spionkop tot business partner. Verenigd door hun sentiment voor voetbal en mensenrechten. Met de bus naar Mechelen. De sfeer zat goed.

Kazerne Dossin

Organisator van dienst: algemeen coördinator van de KAA Gent Foundation én historicus Wim Beelaert: “Kazerne Dossin is partner van de Pro League. We werken samen rond racisme, discriminatie en polarisering. Het doel is om aan mensen – lees: supporters die over de schreef gaan – te laten zien tot welk gevaar negatieve dynamieken kunnen leiden. Het is een deel van de aanpak om voetbalgeweld tegen te gaan.

Onschuldiger dan een kind bestaat niet...

De gezelligheid op de bus maakte snel plaats voor ingetogenheid en verontwaardiging. Beginnen deden we namelijk bij een beeld waar een secretaresse de te deporteren joden op een lijst noteert, zelfs… haar eigen familieleden. Een stilte volgde. En dan waren we de kamer met een foto van de overleden kinderen nog niet binnengestapt. Namen kregen een gezicht. Eens daar kreeg Ronald Bes (38), een stadiongids, een krop in de keel. “Er is niets onschuldiger dan een kind”. Op zijn volledige onderbeen staan hij en zijn dochter getatoeëerd, hand in hand op weg naar de zon. “Het was matchdag toen ze geboren werd – we wonnen”, herinnert hij zich nog. “Proficiat met de match én met je dochter”, zei de dokter. Er is niet geweten of de volgorde de prioriteiten weerspiegelde.

Dé vraag van de dag onder de supporters: “Hoe konden mensen elkaar dat toch aandoen?”. Pratend in verleden tijd, terwijl de actualiteit de geschiedenis soms overtreft. Die gewaarwording zou pas op het einde volgen. Eerst het verleden.

Oorlog en voetbal

In het oorlogspuin werden briefkaarten gevonden waarop naast het gangbare ook voetbaluitslagen gecommuniceerd werden. Voetbal als opium, toen al. Na de verraste reactie in de groep, volgde begrip. Natuurlijk probeerden die mensen aan de realiteit te ontsnappen. Want wat er zat aan te komen was een veel te vroege foto met zwart lintje op de kast. Een indrukwekkende muur toonde het aantal overledenen (foto’s in zwartwit) tegenover de overlevenden (sepiafoto’s). Tussen hen ook een paar voetballers, waaronder Norbert Lopper: een Oostenrijkse sterspeler uit de jaren 30 die eerst naar België vluchtte. Hij overleefde het wel, maar was kreupel en zou nooit meer voetballen.

Verschil in rang werd er dus niet gemaakt, iedereen moest eraan geloven. Een zoveelste moment van stilte volgde. Zelfs stoere mannen bleven er niet onberoerd bij. Carlo De Wispelaere (53) – met een grote ‘La Gantoise’- tattoo op de onderarm, actief in de chemiesector– was zo’n voorbeeld. ‘Voetbal is oorlog’, klinkt het vaak. Allerminst voor hem. “Langs grootmoederszijde was de familie Joods en daar zijn een aantal leden van overleden in concentratiekampen. Dat knaagt nog aan mij.” Maar ook hij verschoot van hoeveel mensen er máár konden terugkeren. “Niet voor te stellen.

De kracht van de massa

Quasi een eeuw later lijkt er in de kern niet erg veel te zijn veranderd. Woketijden of niet, voetbal lijkt zedenloos, Waarbij de tegenstander als echte vijand wordt gezien. Wij-zij-denken ten top. Elk stadion als grote arena waar alles geroepen mag worden, van jeugdvoetbal tot de topklasse, geen verschil. Naam of aura zijn ondergeschikt, Zelfs Vincent ‘The Prince’ Kompany kan ervan meespreken. En neen, denk niet enkel aan stereotypen. Zelfs mannen in kostuum roepen in een tribune soms schaamteloos zaken die ze aan hun bureau nóóit zouden durven uitspreken. Alle remmen los.

Hoe kan dat? Ingeweken West-Vlaming Peter Maes (53), jurist en eruitziend als een brave huisvader, kwam met een verklaring. "Kijk, ik durf ook soms wel ‘dingen’ roepen”, kwam hij met een spontane bekentenis. “De massa maakt anoniem en daardoor verleg je makkelijker je eigen grenzen. Zoals de gekende Facebookhelden, ook zij zijn meestal ook maar gewone mensen.” Gelukkig kan de massa ook een positieve rol spelen. “In onze groep kunnen we terugvallen op sociale controle. "Dimmen, makker", dat hoor je wel vaker. En kijk naar Duitsland, waar duizenden ultra’s een spandoek ontrolden om vluchtelingen welkom te heten.” Barmhartigheid in een voetbalstadion, het kán.

Paradox

Kaat Baertsoen (57), zaakvoerster en jarenlang businessklant op KAA Gent, wijst op een paradox. “Voetbalsupporters worden letterlijk in vakjes gestoken, in een thuis- en uitvak. De organisatie doet dat op vraag van de overheid, om geweld tegen te gaan. Maar zo wordt segregatie in het stadion toch juist geïnstitutionaliseerd? Het wij versus zij-verhaal wordt op die manier enkel maar versterkt.
Veel knikkende kinnetjes volgden.

Het wij-zij denken zit ook op dezelfde tribune

Het is een vicieuze cirkel”, aldus Wim Beelaert. De algemeen coördinator van de KAA Gent Foundation
verduidelijkt. “De voetbalsupporter wordt onder de titel ‘veiligheid’ behandeld als een vandaal. De manier waarop we als supporters onze vrijheid moet laten inperken om een uitmatch te zien, zouden we als burgers op gelijk welk andere plaats niet dulden. Bovendien wordt het georganiseerde uitvak ook
gediscrimineerd t.o.v. de rest van het stadion en zo wordt de wij-zij-tegenstelling bij wet georganiseerd, als een verplichting om een voetbalwedstrijd te kunnen organiseren. Het gevolg is dan ook logisch: de familiale supporter zal je in het bezoekende vak niet meer terugvinden.

De weg is nog lang, maar Wim Beelaert is een positivo en stelde het idee van zijn Genkse collega voor als volgende stap: “We kunnen in eigen huis beginnen om familiemensen en ultra’s, oudere en jongere supporters samenbrengen voor een open en respectvol gesprek. Om elkaar te leren kennen en te leren begrijpen. Want het wij-zij-denken zit ook op dezelfde tribune. We zullen daarrond ook in Gent initiatieven nemen”.

Deze reportage verscheen ook in Wigwam, jaargang 27, september 2023.

 

De KAA Gent Foundation dankt haar partners voor de steun