Na een lange interlandbreak trekt KAA Gent morgen naar Moeskroen met een voltallige spelersgroep zonder geblesseerden. Hein Vanhaezebrouck kijkt met vertrouwen vooruit: “De twee weken interlandbreak hebben deugd gedaan, het enige negatieve is dat het weer nu veranderd is en we in barre omstandigheden moeten trainen. We hebben echter goed kunnen trainen en de spelers hebben voor het eerst in lang tijd een aantal vrije dagen gekregen, want we gaan weer een heel drukke periode tegemoet. We spelen 10, misschien 11, wedstrijden met twee of drie periodes waarin we weer slechts twee recuperatiedagen zullen hebben. We hebben ons nu voorbereid voor het laatste blok van 2016, waarin we nog op drie fronten actief zijn. We zullen er alles aan doen om het maximum eruit te halen, om in de Beker en de Europa League verder te gaan en in de competitie bij de eerste zes te blijven. Dat begint morgen met de wedstrijd tegen Moeskroen.”
“Het wordt tijd om eindelijk die eerste uitwedstrijd te winnen”
Er werd dit seizoen nog geen uitwedstrijd gewonnen, Vanhaezebrouck wil daar verandering in brengen: “Het is altijd de bedoeling om uitwedstrijden te winnen. Bij een aantal wedstrijden verdienden we om te winnen, we hebben het een paar keer zelf laten liggen en een paar keer beslissingen tegengehad die ons misschien overwinningen gekost hebben. Maar uiteindelijk moeten we vooral naar onszelf kijken, we hebben het vaak ook weggegeven. Het wordt tijd om eindelijk die eerste overwinning te vinden. Moeskroen heeft zich natuurlijk ook twee weken kunnen voorbereiden en ze zitten in een moeilijke situatie, dus zullen er alles aan doen om te winnen. We hebben al twee keer gedacht “hier kunnen we punten pakken” en zijn toch met lege handen teruggekeerd van Mechelen en Eupen. Dat moeten we nu vermijden.”
“Midweekwedstrijden zijn geen excuus”
In tegenstelling tot veel vorige uitwedstrijden, is er nu geen midweekwedstrijd geweest. Of die wedstrijden een verklaring kunnen zijn voor de tegenvallende resultaten? “Dat zal wel meegespeeld hebben, maar dat mag geen excuus zijn. We hadden het zo vaak gewoon in handen, en hebben het toch weggegeven. We moeten naar onszelf kijken en naar de manier waarop we het laten liggen. Efficiëntie aan de twee kanten is belangrijk, die moeten we omhoog halen. Als je 15 doelpogingen hebt en je scoort niet, kan je dat niet enkel op vermoeidheid steken.”
Roteren is ook geen oplossing om vermoeidheid tegen te gaan: “We moeten niet alleen kijken naar hoe fris spelers zijn, maar ook naar het niveau dat ze halen. Ze moeten hun speelkansen zelf afdwingen door zichzelf te bewijzen tijdens de trainingen en de momenten die ze krijgen tijdens de wedstrijden. Het is aan hen om te tonen dat ze klaar zijn. Als het niveau dat ze tonen op de training onvoldoende is, mogen we niet het risico nemen om hen te wisselen. Het belangrijkste is dat de spelers geconcentreerd en gemotiveerd zijn. Als er een gebrek aan is aan focus en motivatie, is het aan ons om hen te pushen. Ik heb daar nu op gehamerd en veel kwaliteit gezien. Dat zijn dus de twee dingen die ze nodig hebben om uit te voeren wat er gevraagd wordt en beter voetbal te brengen. Als dat er is, hebben ze ook geen probleem met wedstrijden die elkaar snel opvolgen. Wie mentaal niet klaar is, zal daar wel problemen mee hebben. Daarom hebben we daar tijdens de voorbereiding ook al aan gewerkt. We hebben toen heel veel trainingssessies aangeboden om hen mentaal klaar te stomen voor dat hoge ritme.”
“Taravel is terug en ook enkele jonge beloften trainen nu met ons mee”
Steeds meer spelers dingen mee naar speelminuten. Zo werkt Jérémy Taravel aan zijn terugkeer, maar sloten ook beloften Thibault De Smet en Louis Verstraete aan bij de A-kern: “Taravel is terug en werkt alle trainingen af. Hij is natuurlijk heel lang out geweest en mist ritme. We proberen dat op te krikken door hem met de beloften te laten meespelen en zien veel vooruitgang, maar hij is nog net niet klaar om in de basis te staan. Het is aan hem om verder te blijven te werken en voor elke komende match te laten zien dat bij beter wordt. We hebben ook Thibault en Louis bij de A-kern gevoegd. Zij zijn nog schoolgaand, maar zullen toch 70 à 80% van de trainingen kunnen meedoen. Het is aan hen om te blijven bevestigen, ze hebben net een heel goede stage afgewerkt gespeeld met de nationale U19. Ook hun trainer Gert Verheyen – met wie we trouwens heel goed samenwerken – was heel lovend over hen. De stap van onze beloften naar de nationale U19 was voor hen een eerste uitdaging, hun volgende stap is toewerken naar de eerste ploeg hier.”